Wat is ECT
Bij elektroconvulsietherapie (ECT) wordt door het toedienen van stroom op het hoofd van een patiënt een epileptisch insult opgewekt. Deze behandeling vindt plaats onder algehele narcose (omdat het anders pijnlijk is), met spierverslappers om de trekkingen die tijdens de epileptische aanval ontstaan zodanig te onderdrukken dat patiënt er geen schade door ondervindt. ECT wordt meestal gegeven in een kuur met een frequentie van twee keer in de week. Bij sommige indicaties is dat frequenter.
In Nederland wordt deze behandeling vooral toegepast bij patiënten die ernstig depressief zijn, en waarbij geneesmiddelen en psychotherapie onvoldoende helpen. ECT blijkt de meest effectieve behandeling te zijn voor depressieve stoornissen.
ECT is een multidisciplinaire behandeling. Het ect-team bestaat uit een psychiater, een anesthesioloog en psychiatrisch, anesthesie-, ect- en verkoeververpleegkundigen.
De procedure bestaat – in het kort – uit de indicatiestelling, voorlichting van patiënt en belanghebbenden, somatische screening voorafgaand aan de behandeling, begeleiding voor, tijdens en na de behandeling, het lege artis geven van anesthesie en het toedienen van de stimulus, monitoren van de behandeling en bijwerkingen, en tot slot het vaststellen van de nabehandeling.
Na een goede voorlichting en voorbereiding vindt de behandeling plaats onder algehele anesthesie. Tijdens de behandeling moet de patiënt worden beademd. Na de behandeling wordt de patiënt nog enige tijd geobserveerd in de verkoeverruimte. Tevens wordt bepaald welke behandeling verder nodig is voor de patiënt.
Er is een multidiscipliniare richtlijn over Elektroconvulsietherapie en die kunt u raadplegen via onderstaande link.